25
jun

Vergeten rassen en Wilde groenten – Gezondheid!

Gepost door AnneTanne

“Door de hedendaagse landbouwmethodes is de bodem zodanig uitgeput, dat het gehalte aan vitamines en mineralen in veel groenten drastisch zijn afgenomen.”
 
Ja, dat wordt inderdaad beweerd, maar het is niet zo simpel als het lijkt.
Het klopt inderdaad, dat de groenten die je tegenwoordig in de winkel vindt niet meer zoveel vitamines en sporenelementen bevatten als vroeger, en die daling is ingezet sinds de tweede helft van vorige eeuw.
Maar dat de bodem uitgeput zou zijn, blijkt niet te kloppen. En dat is niet zo verbazend… Het ijzergehalte van veel groentes is bijvoorbeeld flink achteruitgegaan, maar ijzer is en blijft één van de meest voorkomende mineralen in de bodem.
 
Toch zit er iets van waarheid in de link tussen moderne land- en tuinbouw en het verminderde gehalte aan waardevolle voedingsstoffen:
In de eerste plaats zijn er de kunstmeststoffen, die planten ‘kunstmatig’ aanjagen om veel groter te worden, veel sneller te groeien. Maar dat ‘uit z’n krachten groeien’ heeft zijn prijs: er treedt namelijk een verdunningseffect op. De ‘te grote’ plant neemt niet méér sporenelementen op dan een normale… en hoewel zo’n grote stronk broccoli bijvoorbeeld per kilo evenveel water, vezels en wat we ‘macronutriënten’ noemen (eiwit, vetten, koolhydraten), zitten er in zo’n mega-stronk maar evenveel ‘micro-nutriënten’ (vitamines en mineralen dus) als in een kleine struik.
 
Maar dat is nog maar een deel van het verhaal…
De tomaten, bloemkolen en preien die je tegenwoordig in de winkel kan kopen – en waarvan je het zaad in een doorsnee-tuincentrum kan kopen, zijn niet dezelfde rassen die begin vorige eeuw door in een plattelandsmoestuintje te vinden waren. Onze groenten zijn immers door de jaren heen steeds verder uitgeselecteerd met vooral aandacht voor de commerciële ‘kwaliteiten’ van het gewas. Een selectie moet productief zijn, moet langdurig een ‘vers’ uitzicht hebben, mag niet gekwetst raken tijdens het transport… Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld is de tomaat ‘FlavrSavr’, die genetisch zodanig is gemanipuleerd was dat ze niet meer zacht werd als ze rijp werd. De tomaat bleek echter commerciëel geen succes in Amerika, omdat ze totaal geen smaak had, en wordt niet meer gekweekt.
(Eén uitzondering zijn worteltjes: een belangrijk commercieel kenmerk van wortels is hun kleur: helderoranje zijn ze aantrekkelijker dan lichtoranje… En inderdaad – vermits die kleur bepaald wordt door het aanwezige provitamine A, zal een modern  worteltje ook veel van die provitamine bevatten.  Maar meestal gaan uiterlijke ‘kwaliteiten’ ten koste van voedingswaarde.
 
Waar tijdens het selectieproces dus nauwelijks aandacht voor is, is het gehalte aan micro-nutriënten in het eindproduct. De consument in de winkel koopt immers met zijn ogen, en de uiterlijke kwaliteiten zijn daarom van het grootste belang voor veredelaars.
 
Maar in onze eigen moestuin hoeven we ons niet op die manier beet te laten nemen…
Door te kiezen voor wilde groenten (zevenblad, brave hendrik, melde, brandnetels, daslook…) of door op zoek te gaan (bij gespecialiseerde zaadhuizen of – vaak nog goedkoper – via het internet.
De Nationale Proeftuin bijvoorbeeld, is een online zadenruilbeurs die tracht om op deze manier het voortbestaan van oude plantenrassen in stand te houden.
 
Echt waar, als je in je moestuin plaats inruimt voor oude rassen en wilde groenten, krijg je niet alleen versere, maar ook voedzamere groenten op je bord!