05
okt

Taart, taart en nog eens taart

Gepost door Katharina Van Cauteren

Uw dienares zit sinds deze week zonder werk, en om het trauma te verwerken, nam mijn lief me dit weekend mee naar Nederland. De avondactiviteit – nee, u hoeft geen rode oortjes te krijgen – bestond vooral uit eten. Technisch detail: eten en Nederland – met excuus aan mijn Nederlandse vrienden – dat is geen voor de hand liggende combinatie. Zo mocht althans blijken toen de gebakken aardappeltjes op tafel verschenen en ze er eerder uitzagen als gemarineerde worstjes, toen de fles wijn netjes weer werd gesloten nadat de glazen waren ingeschonken, en bovenal: toen de crème brûlée werd geserveerd. ‘Het is een dessert, dus er moet wel slagroom op,’ schijnt de kok te hebben gedacht, want bovenop de suikerkorst prijkte een dikke witte toef.

Què?!

Eigenlijk was het natuurlijk onze eigen schuld. Als je in Zuid-Limburg komt, dan hoor je geen crème brûlée te bestellen, maar vlaai. Dat zit er in de genen. Ooit een Hollands stilleven gezien met een meer of minder overtuigende crème brûlée? Ik dacht het niet. Fruit, ja, en zowaar: zelfs taarten werden anno 1600 al zo fanatiek gebakken dat ze een geschikt onderwerp werden geacht voor de schilderkunst. Zo was er Clara Peeters, die bij het begin van de zeventiende eeuw een klapper van een taart schilderde, omgeven door een broodje, een schotel met olijven, een stuk of wat gebraden piepkuikens en wat vaatwerk.

In alle onbescheidenheid: het schilderij lijkt nog het meest op de foto’s die ik zelf al eens durf te maken van mijn culinaire exploten, al wil ik mezelf in deze niet meten met Clara Peeters. De reden daarvoor is niet zozeer het feit dat ondergetekende er occasioneel nog in slaagt prefab taarten uit een pakje te doen mislukken, maar wel de mogelijke inhoud van Peeters’ gebak. Taarten konden immers worden gevuld met welke restjes er ook nog in huis waren, gaande van appels (yummie) en kaas (oké), tot zwezerik (euh?) of uier (kots!). Voor de geïnteresseerden onder u, het laatste recept gaat als volgt: neem een uier uit de voorraadkast en stamp die fijn, doe er suiker en kaneel bij, gember en wat mergpijp. Bestrooi met krenten en pijnboompitten, en overgiet met rozenwater. Hup, de oven in, en smakelijk!

Overigens noteert Antonius Magirus – de toenmalige Piet Huysentruyt – in 1612 dat een goede huisvrouw weliswaar steeds taart kan bakken voor onverwacht bezoek, maar dat ze dat bovenal dient te doen wanneer de man des huizes knorrig is. Het mag dan al klinken alsof de emancipatie nog niet was uitgevonden, maar wanneer manlief waarlijk onuitstaanbaar was, vermoed ik dat hij geen appeltaart kreeg. Stukje uiertaart, honnepon?

Of Clara Peeters’ taart enkel betekende dat ze een mopperende echtgenoot had, is twijfelachtig. Nochtans dienden stillevens de toeschouwer doorgaans te herinneren aan de vergankelijkheid van het leven, en is er op Peeters’ tafereel geen spoor van verval. Er is geen kruimel van het deeg gevallen, de olijven glimmen en de sinaasappel ziet er letterlijk uit om in te bijten.

Daarmee lijkt Clara Peeters hier niet zozeer te spelen met symbolische betekenissen, maar vooral haar kunnen te demonstreren en een wedstrijdje aan te gaan met de werkelijkheid. Het nabootsen van de door God geschapen natuur was de uitdaging bij uitstek voor de kunstenaar: slechts door het evenaren van de werkelijkheid zou de mens de schepping echt leren kennen en beheersen. De centrale rol die de kunstenaar – of, desgevallend: kunstenares – hierin speelde, maakte dat schilders er als de kippen bij waren om zichzelf een behoorlijke status aan te meten. Clara Peeters smokkelde alvast een gereflecteerd zelfportret binnen in het vaatwerk op minstens één van haar stillevens, alsof ze wilde zeggen: ‘Kijk eens hoe goed ik ben!’

Omdat al dat geschilder van de schepping toch maar weinig efficiënt bleek, bedacht God in een latere fase het fototoestel. En dus maakte ik dit weekend foto’s van de vlaaien die mijn lief en ik samen smikkelden. Ik schoot een paar zelfportretjes – omdat mijn lief niet graag fotografeert, boeh – waarop ik mezelf zag glunderen, en ik maakte een paar stiekeme kiekjes van hem, terwijl hij er, ondanks de verlepte aardappeltjes en de blubberige crème brûlée, verdacht blij uit zag.

Ah, weet u: zolang er maar geen uiertaart aan te pas komt, is het niet moeilijk om gelukkig te zijn.

Reacties


elisabeth
#1 by elisabeth on oktober 7, 2010 - 7:21 am

ik dacht direct dat het niet zo’n zoete maar hartige taart was als je de rest van het schilderij beziet; Zoiets als vandaag nog steeds ‘paté en croute’ in Frankrijk. Jammer van je werk; je schrijft zo heerlijk, kan je het niet in die richting zoeken? succes!

katharinavancauteren
#2 by Katharina Van Cauteren on oktober 7, 2010 - 6:52 pm

Tja, Elisabeth… Misschien moeten de moestuinbloggers campagne gaan voeren om me aan de slag te krijgen?! Uitgevers te lande, ziehier alvast mijn eerste lovende recensie!
Het goeie nieuws is dat ik voorlopig tijd zat heb om me te wijden aan het opdrijven van mijn keukenprinsesgehalte. Kwestie van inspiratie te hebben voor een volgende blog. Op mijn lijstje: hartige taart! Ik bakte enkele weken geleden trouwens een verrukkelijke (al zeg ik het zelf) tomatenquiche op basis van een recept van de – dare I say it – Albert Heijn! Zie: http://www.ah.nl/recepten/recept?id=324180 (en vervang het croissantdeeg gewoon door quichedeeg of pizzadeeg). Mmm!

elisabeth
#3 by elisabeth on oktober 11, 2010 - 8:16 am

Ja Katharina, begin een kookblog met historische achtergrond en linken, zoals nu! ik ben je eerste fan. en die invalshoek is nog niet uitgeprobeerd hoewel er zoveel te doen is rond ‘cultureel erfgoed’ want dat is het toch ook.

Lieven
#4 by Lieven on oktober 11, 2010 - 10:09 pm

UieNtaart, die wil ik wel!



Deze post is gesloten