23
apr

Waarom je grasveld maaien als je het ook kan opeten?

Gepost door AnneTanne

Toen mij gevraagd werd of ik af en toe een stukje zou willen plegen voor deze blog, werd mij al snel duidelijk dat ik het dan vooral zou hebben hoe wilde planten in je keuken gebruikt kunnen worden.

Laat ik de aftrap geven met een lekker lenteslaatje dat je zomaar in je grasveld vindt…
Waarom zou je je gazon maaien als je het ook kan opeten?

Natuurlijk, als je je grasveld wekelijks maait, en elk sprietje dat niet 100% gras is, meteen wegwiedt, dan zal je er weinig eetbaars vinden.
Maar als je hier en daar een strook wat langer laat groeien, vind je daar al snel een hele reeks kruiden die een pittige toets aan elk slaatje kunnen toevoegen. (Of wellicht is er een vergeten hoekje in je tuin waar wilde planten hun gang mogen gaan?)

Lenteslaatje

Ik zal niet zo snel een salade samenstellen van alleen maar wilde kruiden, ik vind het vooral leuk om aan sla of andere rauwkost een verrassend accent te geven met wat wilde kruiden.
Mogelijkheden zijn er alvast te over.

De bittere smaak-range is allicht de eerste waar je bij wilde kruiden aan denkt:

- Kleine veldkers (Cardamine hirsuta) (ja, dat vervelende springzaad uit de border…)
- Barbarakruid (Barbarea vulgaris)
- Pinksterbloem (Cardamine pratensis)

Bij deze kruisbloemigen zit er ook nog een peperachtige scherpte in de smaak.
Jong paardenbloemblad is zuiver bitter. Die bitterheid blijft aanwezig als de plant in bloei komt, maar wordt dan eigenlijk te sterk om lekker te zijn.

Jonge blaadjes van veldzuring (Rumex acetosa) geven een fris-zuur accent (of wat dacht je?). In de lente is de smaak zachter dan in de zomer.

Winterpostelein en roze postelein hebben hooguit een ’sappig-frisse’ smaak, maar geven wel lekker wat volume aan je sla.

Bloemen brengen kleur in je salade: denk maar aan viooltjes (het maarts viooltje heeft een heel bijzonder aroma) of madeliefjes, maar ook sleutelbloemen passen prima in een lenteslaatje.
Alle bloemetjes van kruisbloemigen zijn lekker, zoals nu de pinksterbloemen of bloemetjes van allerhande koolsoorten (Brassica oleracea) (laat volgend jaar in je moestuin dus eens een kooltje staan, zodat het in de lente kan gaan bloeien) en van koolzaad (Brassica napus) en raapzaad (Brassica rapa), en later in het jaar de mooie (en heerlijke) bloemetjes van rucola, raketsla (Eruca sativa).
Ook de bloemen van de judaspenning (Lunaria annua) kan je eten, maar ik vind die hard-violette kleur niet zo smakelijk ogen.

Ook de lipbloemigen zijn allemaal eetbaar, al zijn ze niet allemaal even smakelijk.
Als je het bij wilde kruiden houdt, zou je aan de dovenetels kunnen denken, waarbij vooral de witte dovenetel iets van zoetheid kan inbrengen. Ook hondsdrafbloemetjes worden wel eens genoemd, maar die vind ik niet zo lekker geuren. Toch vormen ze soms (voorzichtig toegepast) een aparte combinatie met tomaat.

Als je een looksmaakje wil, kan je aan alle soorten Allium denken. (Al zijn niet alle lookjes even lekker, eetbaar zijn ze wel stuk voor stuk) Als wilde planten zijn dat bijvoorbeeld daslook en kraailook.
Maar ook look-zonder-look, een plant uit de familie van de kruisbloemigen, heeft een looksmaak (die verdwijnt bij het koken). Look-zonder-look bezorgt je ook geen look-adem.

Je merkt het al, mogelijkheden genoeg om van een saaie kom sla met behulp van wilde kruiden iets heel verrassend te maken!

(Moet ik vermelden, dat je deze kruiden enkel moet plukken in je eigen tuin, of op plaatsen waar je helemaal zeker bent dat er geen sprake is van verontreiniging?)

Reacties


Flora
#1 by Flora on april 23, 2010 - 4:19 pm

Een side salad wordt dus vanaf nu een outside salad! Wat een ongelofelijk idee: mijn volgende gasten zullen niet weten wat hen overkomt :-)

Ter@
#2 by Ter@ on april 23, 2010 - 4:38 pm

Ik vind je schrijf manier erg leuk en zeer intressant.
Ben zelf maar een amateur als het om tunieren gaat.
Mijn wijsheid leef ik naar , door maar gewoon naar mijn gevoel te handelen.
Tot heden gaat dat goed :-)

Groetje Tera,

Dikje
#3 by Dikje on juni 20, 2010 - 9:37 pm

Zo leren we er elke dag weer klein beetje bij

Michaeloutlet
#4 by Michaeloutlet on juli 4, 2012 - 9:34 am

It was accounted as an exquisite piece of flattery in Damocles, the parasite, that he refused to perform such service before inanimate deities, Michael Kors Outlet Online, while he went through the whole duty before Dionysius as his god. The Athenians, it will be remem¬bered, were horror-stricken at such impious laudation as this. They fined Demades ten talents for having pro¬posed to award divine honours to Alexander; and Tima- goras, Michael Kors Outlet, whom they had sent as Ambassador to the King of Persia, they put to death for compromising the Athenian dignity by prostrating himself before that King. And, indeed, Michael Kors Handbags Outlet, let us do justice to Alexander himself. He had more than misgiving touching his own alleged divinity. He had once—” his custom in the afternoon “—eaten and drunk so enormously, Michael Kors Hamilton, that in the evening he was forced to a necessity which compels very mortal people,—take physic. He made as many contortions, on swallowing it, as a refractory child; and Philarches, Michael Kors Watches, his parasite, remarked, with a rascally hypocritical smile, ” Ah! what must he the sufferings of mortal man under such medi¬cine, if you, Michael Kors Jet Set, who are a divinity, feel it so much!” The idea of a deity drawing health out of an apothecarys phial, was too much even for Alexander, Michael Kors Bedford, who declined to accept the apotheosis, and called Philarches an ass. But Philarches was only giving the King a taste of the parasites professional craft. The noble Nicostratus of Argos quite as impiously flattered the Sovereign of Persia, when, for the sake of currying favour with that majestic barbarian, he every night, Michael Kors Outlet Store, in his own house, prepared a solemn supper, richly provided, and offered to the genius of the King, (T» Baifiovi rod BcurtXcvs,) for no better reason than that he had learned that such was the custom in Persia. Whether he profited or not by this delicate attention, Theopompus does not inform us.