15
mei

In blijde verwachting

Gepost door Giedo De Snijder


Vorig jaar op 3 oktober propten we, in familieverband, een paar eikenstammetjes vol met mycelium plugs van ‘Lentinula edodes’, de shitake, en dekten de gaatjes keurig af met bijenwas. De plugs lagen al van met vaderdag in de frigo. Een kado van mijn oudste zoon, die ze via Paul Stamets had besteld. Ons eigenste Mycelium kreeg o.a. vorm dankzij Paul Stamet’s inspirerende TED Talk Six Ways Mushrooms Can Save the World.
Zeven maanden lagen de geënte stammetjes beschut in een uithoek van de tuin te slapen, maar op 1 mei maakte ik ze (hopelijk) wakker met een daglange waterdoop.
Nu staan ze fier rechtop in emmers, gevuld met vochtig zand, en is het spannend afwachten of het mycelium ook effectief vruchtlichamen, beter gekend als paddenstoelen, tot bloei laat komen. Het mycelium geeft immers niet altijd een zichtbaar resultaat; het vraagt soms wat tijd of andere omstandigheden voor een ingezette beweging daadwerkelijk aan de oppervlakte komt.
Ondertussen heeft m’n moestuin het heersende droge voorjaar goed doorstaan. Erwten, tuin- en struikbonen floreren met warme voeten in onze humusrijke zandgrond. De zaaiajuin blijft moedig, maar groei zit er niet echt in.
De brocoli’s wassen als kool met al de radijzen die hun voeten koel houden. Een mooie symbiose die ik meeneem voor volgende jaren. M’n ingezaaid bijbloemenveldje op een stukje arme grond staat schraal, alleen de boekweit laat zien dat ze van goede huize is en niet voor niets het graan van de arme boer wordt genoemd. Alleen de gretige (knol)selder heb ik verwend met regelmatige vlagen regenwater. ‘Selder mag je niet te diep planten, die moet de klokken voelen luiden’ hoorde ik ooit. Niets is minder waar, selder moet kunnen zwiepen in de wind.
Een deel van de courgettes loopt duidelijk achterop. Meer dan ik dacht teren ze op vol zonlicht en dat krijgen ze nu net niet.

Zo hebben alle planten wel hun geplogenheden, hun pleziertjes.
Net als paddenstoelen verlangen planten ook om zich verbonden te voelen met anderen. Al lijkt het evident ze daarom tussen gelijkgezinden te plaatsen, toch gaat het voor de kijkende en voelende tuinman, niet wezenlijk over het doorbreken van hun sociaal isolement, maar eerder over het aanbieden van gunstige ecologische verbanden.
Wie kijken wil met plantenogen, leert elke tuindag boekdelen bij.
Dat wisten de Chinezen al eeuwen:
The best manure is the gardener’s shadow.

Deze post is gesloten