21
sep

Kwesties van vruchtbaarheid

Gepost door Katharina Van Cauteren

Het zijn zo van die dagen dat het kwik buiten nog naar 22 graden klimt, maar de ochtenden zijn kil en de lucht is net een tintje blauwer dan voordien. Dagen waarop de wingerd langzaam donkerrood kleurt, en nachten waarop ik net iets dichter tegen mijn geliefde moet aankruipen, zodat hij mijn koude voeten kan opwarmen. Dagen waarop grootformatige spinnen opeens uit kieren en gaatjes kruipen om post te vatten in het midden van mijn muur, en dagen waarop mijn lief zich nog meer dan anders tot mijn held kan ontpoppen, wanneer hij Het Monster koelbloedig in een potje schept, om het vervolgens netjes buiten te droppen, bij zijn enge vriendjes.

En opeens weet ik: het is 21 september. De herfst hangt in de lucht.

Mijn herfstgevoel werd nog versterkt toen mijn geliefde en ik afgelopen zondag gingen wandelen: de blaadjes aan de bomen waren nog groen, maar her en der zat er al een goudgeel zweempje aan. De oogst was van de velden gehaald, en de koeien hoopten zichtbaar dat de winter nog op zich zou laten wachten – want met de winter volgt het slachtseizoen. In de verte lagen een stuk of wat kerktorens, en u raadt het al: het scheelde geen haar of ik waande me in de zestiende eeuw. Of kom, maakt u er ditmaal de zeventiende van, want dit tafereel smeekt gewoon om Rubens’ Boerderij in Laken. Dat schilderij toont de herfst zoals die zou moeten zijn, met een rijke oogst, vette koeien met strakgespannen uiers, en al even weldoorvoede melkmeiden. En jawel: op de achtergrond ligt ook hier een welgemikte kerk.

Rubens’ kerkje is een weergave van de – inmiddels gesloopte – kerk van Laken, waar een gordel werd bewaard die, zo wil de legende, ooit had toebehoord aan de Heilige Anna. Anna, de moeder van de Maagd Maria, was pas op hoge leeftijd zwanger geworden en omdat God de IVF-methode nog niet had uitgevonden, werd de bewuste gordel anno 1600 gretig vereerd door vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen.

Eén van de vaste klanten van het bedevaartsoord was aartshertogin Isabella, echtgenote van aartshertog Albrecht en heerseres van de Nederlanden. Ook Isabella’s vruchtbaarheid liet het afweten, want ondanks wekelijkse pelgrimages naar Laken bleven zij en Albrecht kinderloos. Misschien lag het aan het feit dat zij en haar echtgenoot één van hun eerste huwelijksnachten biddend hadden doorgebracht in de kerk van Halle in de hoop zo een zwangerschap af te dwingen, en dat iemand hen beter had kunnen vertellen dat bidden niet echt de manier was om kindjes te maken.

Hoe dan ook: iedere zondag trokken Albrecht en Isabella onverstoorbaar naar Laken, waardoor de kerk steevast in verband werd gebracht met het vorstenpaar. Nog waren het de aartshertogen die een vredesverdrag wisten te versieren tijdens de door oorlogen geplaagde zeventiende eeuw, en vrede – vraagt u dat maar eens na in Afghanistan of Irak – vrede brengt welvaart. Door een vlucht (vredes)duiven toe te voegen in het centrum van het tafereel, suggereert Rubens dan ook dat de op het schilderij getoonde overvloed rechtstreeks te danken is aan het vrome en vredelievende beleid van de aartshertogen. Isabella mag dan zelf geen nakomelingen hebben gehad, maar Rubens maakt haar een soort oermoeder: het hele land deelt in haar vruchtbaarheid.

Als oogstseizoen en periode van overvloed kon de herfst bovendien worden beschouwd als het volmaakte jaargetijde. Doorgaans ging men er van uit dat in het Aards Paradijs een eeuwigdurende lente had geheerst, maar tobbende theologen opperden dat het ook herfst kon zijn geweest, of minstens een soort ‘herfstige lente’. In die zin gaat Rubens nog een stapje verder, en oppert hij met dit werk dat Albrecht en Isabella het Aards Paradijs hadden teruggebracht. Heel aardig, netjes naar de Nederlanden.

Wat Albrecht en Isabella konden, kunnen mijn geliefde en ik beter. Het paradijs, dat ontstaat wanneer we samen de eerste wafels van het seizoen bakken, of terwijl we – godbetert – bij het mooiste kapelletje van het land staan, en uitkijken over niets dan glooiende velden. Gelukkig is ons kapelletje niet gewijd aan wonderbaarlijke gordels, en is bidden nu ook niet meteen het eerste wat ter plaats in ons hoofd opkomt.
Albrecht en Isabella hadden er nog wat van kunnen leren.

Deze post is gesloten