Het heeft lang geduurd en ik was ze bijna vergeten, maar de hanepoten zijn weer opgedoken. Een week met temperaturen boven de 22° C en lap daar schieten ze als paddestoelen uit de grond. Als je er vijf minuten staat op te kijken, ‘zie’ je ze zo groeien. Mijn in april nieuw ingezaaid gazon is op sterven na dood, maar de hanepoten in de moestuin floreren als God-in-Frankrijk. Dat stemt tot nadenken, niet?
Vorig jaar overwoekerden ze mijn ajuinbed, veel eigen ajuinen heb ik niet moeten eten. Een hanepoot kan tot 40.000 zaden per jaar produceren, vreet stikstof zoals een koe water drinkt en is zo hardnekkig dat je er met zachtaardig wieden niet komt.
Maak je geen illusies, hanepoten ga je met de blote handen te lijf, één voor één uit de grond rukken, zodat je de wortels mee hebt.
Minder laks als vorig jaar, hou ik ze nu scherp in de gaten. Het wiedsel gooi ik bij de kippen en zover ik kan horen, klagen mijn haneloze dames niet.