Moestuinblog.be » kunst http://moestuinblog.be/specialisten Moestuinblog.be Tue, 16 Aug 2011 18:51:55 +0000 http://wordpress.org/?v=2.9.2 en hourly 1 Luilekkerland http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/19/luilekkerland/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/19/luilekkerland/#comments Tue, 19 Oct 2010 08:48:23 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=941

Vanmorgen zat mijn lief glunderend aan de keukentafel boven zijn kom dampende havermout met honing en stukjes mango. Het was kwart over zeven, en hoewel ik nergens heen moest, was ik uit bed gekropen om achter mijn fornuis te gaan staan – jawel, jawel, ik oefen alvast mijn speech voor de dag waarop ik een medaille krijg voor Moed en Zelfopoffering. Mijn beloning was echter onbetaalbaar, want mijn geliefde gaf me de blik van een kleine jongen die net een lolly had gekregen, en kraaide enthousiast: ‘Het lijkt hier wel een hotel met drieënveertig sterren!’

Gelukkig kan hij betalen in natura.

Mja, mijn lief heeft niet te klagen: preiquiche, moussaka, worteltaart, alle worden ze zomaar uit de oven getoverd, terwijl hij alleen maar zijn benen onder tafel moet schuiven en zijn maag moet vullen. Ah, ik weet dat ik hem teveel vertroetel, maar hij is dan ook mijn enige lief, en iedereen weet toch dat enige lieven schaamteloos worden verwend?!
De feministen onder u zullen me verachten, maar ik moet bovendien bekennen dat zijn timing meestal strategisch is, en dat hij verschijnt op het moment dat de geur van zelfgemaakte pizza hem bij het betreden van de keuken tegemoet waait. Mijn koelkast is gevuld met lekkers, terwijl de zijne nog het meeste overeenkomsten vertoont met de Zuidpoolvlakte, en volgens mij gelooft hij oprecht dat de chocomousse hier in de potjes groeit, en dat ik magische broodmandjes heb waarin steeds weer nieuwe warme broodjes verschijnen.

Als mijn uitverkorene een zestiende-eeuwer was geweest, dan had hij vast gedacht dat hij in Cocagne was aanbeland, ofte: in het legendarische Luilekkerland, als het zestiende-eeuwse equivalent van een hotel met drieënveertig sterren. En hoewel Luilekkerland dezer dagen alleen nog voorkomt in kindersprookjes, was het visioen van de overvloed voor de gemiddelde zestiende-eeuwer springlevend, en schopte het land van Cocagne het in 1567 zelfs tot het hoofdthema van een schilderij van Pieter Bruegel de Oude.

Cocagne was dan ook de plek waar een mens wel een poosje wilde toeven: de daken zijn er gemaakt van vlaaien, varkens dragen een mes op de rug en zijn bereid om zichzelf te grillen en te koken, en de eieren worden standaard geleverd met een lepeltje. De rivieren in Cocagne bestaan uit wijn en bier, de ganzen vliegen er gebraden door de lucht, en de daken van de huizen worden niet gedragen door balken, maar door boterkoeken. Werken hoeft niet in dit land, dat pas kan worden bereikt door wie zich letterlijk een weg vreet doorheen een enorme berg rijstebrij. Het leven kan hard zijn.

Het is een droomland dat enorm tot de verbeelding sprak in een tijd waarin het slagen van de oogst nog afhankelijk was van iets fragiels als het weer, temeer omdat de aarde bij het einde van de zestiende eeuw een heuse mini-ijstijd beleefde – als het geen opwarming is, verzinnen ze wel weer wat anders. De aanhoudende godsdiensttroebelen en de plunderende soldatenbendes maakten voedselvoorziening bovendien nog problematischer dan anders, dus het is geen wonder dat men zich verloor in visioenen van betere oorden. Overigens mag u dat laatste mogelijk letterlijk nemen: het is bekend dat men in tijden van schaarste vaak overging op een dieet van grassen en zaden, inclusief hennep en papaver. Ooooh, ik zie spacecake, véél spacecake…

Wat er in de sprookjesboeken van vandaag niet meer wordt bijverteld, is dat Luilekkerland niet enkel lui en lekker beloofde te zijn, maar dat er ook vrije liefde heerste. De mens zou er terugkeren naar zijn paradijselijke staat – u weet wel, vóór Adam in de appel beet en Eva opeens doorhad dat ze dringend kleren moest gaan shoppen. En wie toch in zijn blootje rondloopt, kan maar beter iets doen met wat God hem (of haar) heeft gegeven, zo redeneerde men. Zo werd seksualiteit in Cocagne ontdaan van al zijn negatieve vooroordelen, en voor één keer gepresenteerd iets (een beetje al té) positief.

Maar waarom zich beperken tot droombeelden? Al in de vijftiende eeuw probeerde de sekte van de Adamieten in Brussel een recreatieve versie van het paradijs in de praktijk te brengen, inclusief ‘paradijselijke seks’ met de plaatselijke begijnen. Voor de geïnteresseerden onder u: het was natuurlijk de vleselijke lust die de grote boosdoener was, en daarom werd Adam geacht in het paradijs zijn lid volmaakt ‘lusteloos’ te kunnen verheffen, terwijl Eva intussen netjes maagd bleef. Dat bleek in de praktijk toch nogal moeilijk, en daarom kregen de Adamieten in 1411 een proces aan hun (ontbrekende) broek, en was het uit met Luilekkerlandje spelen.

Enfin, toen toch. In mijn keuken worden dezer dagen immers dappere pogingen geleverd om het verloren paradijs te herstellen. Mijn lief mag dan de Adam uithangen, en in ruil voor de afwas, word ik zijn Eva.

‘Volmaakt lusteloos en maagdelijk?!’ hoor ik u denken. Welaan, euh… Laat het ons erop houden dat volmaaktheid niet in één dag geboren wordt, en dat we eerst nog veel moeten oefenen…

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/19/luilekkerland/feed/ 0
Taart, taart en nog eens taart http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/05/taart-taart-taart/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/05/taart-taart-taart/#comments Tue, 05 Oct 2010 16:55:58 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=915

Uw dienares zit sinds deze week zonder werk, en om het trauma te verwerken, nam mijn lief me dit weekend mee naar Nederland. De avondactiviteit – nee, u hoeft geen rode oortjes te krijgen – bestond vooral uit eten. Technisch detail: eten en Nederland – met excuus aan mijn Nederlandse vrienden – dat is geen voor de hand liggende combinatie. Zo mocht althans blijken toen de gebakken aardappeltjes op tafel verschenen en ze er eerder uitzagen als gemarineerde worstjes, toen de fles wijn netjes weer werd gesloten nadat de glazen waren ingeschonken, en bovenal: toen de crème brûlée werd geserveerd. ‘Het is een dessert, dus er moet wel slagroom op,’ schijnt de kok te hebben gedacht, want bovenop de suikerkorst prijkte een dikke witte toef.

Què?!

Eigenlijk was het natuurlijk onze eigen schuld. Als je in Zuid-Limburg komt, dan hoor je geen crème brûlée te bestellen, maar vlaai. Dat zit er in de genen. Ooit een Hollands stilleven gezien met een meer of minder overtuigende crème brûlée? Ik dacht het niet. Fruit, ja, en zowaar: zelfs taarten werden anno 1600 al zo fanatiek gebakken dat ze een geschikt onderwerp werden geacht voor de schilderkunst. Zo was er Clara Peeters, die bij het begin van de zeventiende eeuw een klapper van een taart schilderde, omgeven door een broodje, een schotel met olijven, een stuk of wat gebraden piepkuikens en wat vaatwerk.

In alle onbescheidenheid: het schilderij lijkt nog het meest op de foto’s die ik zelf al eens durf te maken van mijn culinaire exploten, al wil ik mezelf in deze niet meten met Clara Peeters. De reden daarvoor is niet zozeer het feit dat ondergetekende er occasioneel nog in slaagt prefab taarten uit een pakje te doen mislukken, maar wel de mogelijke inhoud van Peeters’ gebak. Taarten konden immers worden gevuld met welke restjes er ook nog in huis waren, gaande van appels (yummie) en kaas (oké), tot zwezerik (euh?) of uier (kots!). Voor de geïnteresseerden onder u, het laatste recept gaat als volgt: neem een uier uit de voorraadkast en stamp die fijn, doe er suiker en kaneel bij, gember en wat mergpijp. Bestrooi met krenten en pijnboompitten, en overgiet met rozenwater. Hup, de oven in, en smakelijk!

Overigens noteert Antonius Magirus – de toenmalige Piet Huysentruyt – in 1612 dat een goede huisvrouw weliswaar steeds taart kan bakken voor onverwacht bezoek, maar dat ze dat bovenal dient te doen wanneer de man des huizes knorrig is. Het mag dan al klinken alsof de emancipatie nog niet was uitgevonden, maar wanneer manlief waarlijk onuitstaanbaar was, vermoed ik dat hij geen appeltaart kreeg. Stukje uiertaart, honnepon?

Of Clara Peeters’ taart enkel betekende dat ze een mopperende echtgenoot had, is twijfelachtig. Nochtans dienden stillevens de toeschouwer doorgaans te herinneren aan de vergankelijkheid van het leven, en is er op Peeters’ tafereel geen spoor van verval. Er is geen kruimel van het deeg gevallen, de olijven glimmen en de sinaasappel ziet er letterlijk uit om in te bijten.

Daarmee lijkt Clara Peeters hier niet zozeer te spelen met symbolische betekenissen, maar vooral haar kunnen te demonstreren en een wedstrijdje aan te gaan met de werkelijkheid. Het nabootsen van de door God geschapen natuur was de uitdaging bij uitstek voor de kunstenaar: slechts door het evenaren van de werkelijkheid zou de mens de schepping echt leren kennen en beheersen. De centrale rol die de kunstenaar – of, desgevallend: kunstenares – hierin speelde, maakte dat schilders er als de kippen bij waren om zichzelf een behoorlijke status aan te meten. Clara Peeters smokkelde alvast een gereflecteerd zelfportret binnen in het vaatwerk op minstens één van haar stillevens, alsof ze wilde zeggen: ‘Kijk eens hoe goed ik ben!’

Omdat al dat geschilder van de schepping toch maar weinig efficiënt bleek, bedacht God in een latere fase het fototoestel. En dus maakte ik dit weekend foto’s van de vlaaien die mijn lief en ik samen smikkelden. Ik schoot een paar zelfportretjes – omdat mijn lief niet graag fotografeert, boeh – waarop ik mezelf zag glunderen, en ik maakte een paar stiekeme kiekjes van hem, terwijl hij er, ondanks de verlepte aardappeltjes en de blubberige crème brûlée, verdacht blij uit zag.

Ah, weet u: zolang er maar geen uiertaart aan te pas komt, is het niet moeilijk om gelukkig te zijn.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/10/05/taart-taart-taart/feed/ 4
Kwesties van vruchtbaarheid http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/21/kwestiesvanvruchtbaarheid/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/21/kwestiesvanvruchtbaarheid/#comments Tue, 21 Sep 2010 06:20:42 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=891

Het zijn zo van die dagen dat het kwik buiten nog naar 22 graden klimt, maar de ochtenden zijn kil en de lucht is net een tintje blauwer dan voordien. Dagen waarop de wingerd langzaam donkerrood kleurt, en nachten waarop ik net iets dichter tegen mijn geliefde moet aankruipen, zodat hij mijn koude voeten kan opwarmen. Dagen waarop grootformatige spinnen opeens uit kieren en gaatjes kruipen om post te vatten in het midden van mijn muur, en dagen waarop mijn lief zich nog meer dan anders tot mijn held kan ontpoppen, wanneer hij Het Monster koelbloedig in een potje schept, om het vervolgens netjes buiten te droppen, bij zijn enge vriendjes.

En opeens weet ik: het is 21 september. De herfst hangt in de lucht.

Mijn herfstgevoel werd nog versterkt toen mijn geliefde en ik afgelopen zondag gingen wandelen: de blaadjes aan de bomen waren nog groen, maar her en der zat er al een goudgeel zweempje aan. De oogst was van de velden gehaald, en de koeien hoopten zichtbaar dat de winter nog op zich zou laten wachten – want met de winter volgt het slachtseizoen. In de verte lagen een stuk of wat kerktorens, en u raadt het al: het scheelde geen haar of ik waande me in de zestiende eeuw. Of kom, maakt u er ditmaal de zeventiende van, want dit tafereel smeekt gewoon om Rubens’ Boerderij in Laken. Dat schilderij toont de herfst zoals die zou moeten zijn, met een rijke oogst, vette koeien met strakgespannen uiers, en al even weldoorvoede melkmeiden. En jawel: op de achtergrond ligt ook hier een welgemikte kerk.

Rubens’ kerkje is een weergave van de – inmiddels gesloopte – kerk van Laken, waar een gordel werd bewaard die, zo wil de legende, ooit had toebehoord aan de Heilige Anna. Anna, de moeder van de Maagd Maria, was pas op hoge leeftijd zwanger geworden en omdat God de IVF-methode nog niet had uitgevonden, werd de bewuste gordel anno 1600 gretig vereerd door vrouwen met vruchtbaarheidsproblemen.

Eén van de vaste klanten van het bedevaartsoord was aartshertogin Isabella, echtgenote van aartshertog Albrecht en heerseres van de Nederlanden. Ook Isabella’s vruchtbaarheid liet het afweten, want ondanks wekelijkse pelgrimages naar Laken bleven zij en Albrecht kinderloos. Misschien lag het aan het feit dat zij en haar echtgenoot één van hun eerste huwelijksnachten biddend hadden doorgebracht in de kerk van Halle in de hoop zo een zwangerschap af te dwingen, en dat iemand hen beter had kunnen vertellen dat bidden niet echt de manier was om kindjes te maken.

Hoe dan ook: iedere zondag trokken Albrecht en Isabella onverstoorbaar naar Laken, waardoor de kerk steevast in verband werd gebracht met het vorstenpaar. Nog waren het de aartshertogen die een vredesverdrag wisten te versieren tijdens de door oorlogen geplaagde zeventiende eeuw, en vrede – vraagt u dat maar eens na in Afghanistan of Irak – vrede brengt welvaart. Door een vlucht (vredes)duiven toe te voegen in het centrum van het tafereel, suggereert Rubens dan ook dat de op het schilderij getoonde overvloed rechtstreeks te danken is aan het vrome en vredelievende beleid van de aartshertogen. Isabella mag dan zelf geen nakomelingen hebben gehad, maar Rubens maakt haar een soort oermoeder: het hele land deelt in haar vruchtbaarheid.

Als oogstseizoen en periode van overvloed kon de herfst bovendien worden beschouwd als het volmaakte jaargetijde. Doorgaans ging men er van uit dat in het Aards Paradijs een eeuwigdurende lente had geheerst, maar tobbende theologen opperden dat het ook herfst kon zijn geweest, of minstens een soort ‘herfstige lente’. In die zin gaat Rubens nog een stapje verder, en oppert hij met dit werk dat Albrecht en Isabella het Aards Paradijs hadden teruggebracht. Heel aardig, netjes naar de Nederlanden.

Wat Albrecht en Isabella konden, kunnen mijn geliefde en ik beter. Het paradijs, dat ontstaat wanneer we samen de eerste wafels van het seizoen bakken, of terwijl we – godbetert – bij het mooiste kapelletje van het land staan, en uitkijken over niets dan glooiende velden. Gelukkig is ons kapelletje niet gewijd aan wonderbaarlijke gordels, en is bidden nu ook niet meteen het eerste wat ter plaats in ons hoofd opkomt.
Albrecht en Isabella hadden er nog wat van kunnen leren.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/21/kwestiesvanvruchtbaarheid/feed/ 0
Luie bruiden en schransende boeren http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/07/luie-bruiden-en-schransende-boeren/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/07/luie-bruiden-en-schransende-boeren/#comments Tue, 07 Sep 2010 14:54:35 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=855

Een mens kan in het leven van die strategische fouten maken. Denken, bijvoorbeeld, dat die goede vriend alleen maar een goede vriend is, en luidkeels tegen hem verkondigen dat u niet van plan bent ooit zelfs maar een teen in het huwelijksbootje te zetten. En dan maanden later, wanneer de goede vriend een steeds beter lief blijkt, een lief dat u blij maakt, gewoon omdat u bestaat, een lief dat u het gevoel geeft dat er uitklapbare vleugeltjes op uw rug gemonteerd zitten, maanden later ligt u dus met het genoemde lief op mijn zetel. Op tv is een aflevering van uw favoriete serie (die ik hier, om redenen van imagobehoud, niet bij naam zal noemen), waarin toevallig net deze keer de hoofdrolspeler door de knieën gaat om zijn uitverkorene met een joekel van een diamant ten huwelijk te vragen. Een aflevering waar ondergetekende al eens week van durft te worden.

Waarop mijn lief: ‘Hm, jij wil toch niet trouwen?’

En ik, tjilpend: ‘Néé.’

Euh.

Is ‘nee’ tegenwoordig dan geen rekbaar begrip meer?

Nee, aan trouwen doe ik niet, maar zo onder ons gezegd en gezwegen: ik kan u wel haarfijn beschrijven hoe mijn droomjurk eruit ziet, en welke de ideale locaties zijn (het meervoud is, voor alle duidelijkheid, omdat er nog een selectieprocedure zou worden doorgevoerd, niet omdat ik zevenendertig huwelijken ambieer). En, last but not least: ik kan ook wel een legioen hapjes bedenken die ik geserveerd zou willen zien, en afsluiten doen we met een gigantische chocoladetaart.

Kijk, dat is dan toch één van die momenten waarop ik voor de verandering eens oprecht blij ben in de éénentwintigste eeuw te leven, en niet in de zestiende. Of wat dacht u soms van Pieter Bruegels beroemde Boerenbruiloft: een feestje in een schuur, en hoewel ik nog sympathiseer met de gedachte aan rijstebrij, doet de meelpap op hetzelfde dienblad me toch lichtjes rillen. Het huwelijk vond nochtans plaats in de herfst, op het ogenblik waarop de voorraadschuren uitpuilden van de pas binnengehaalde oogst. Dat ziet u trouwens ook aan de twee gekruiste korenschoven rechts aan de wand, al dienden die in de context van een huwelijk vooral als magisch hulpmiddel om de vruchtbaarheid te stimuleren. Ik dacht dat daar andere manieren voor bestonden, maar dat zal wel weer aan mij liggen.

De kersverse echtgenote kon op dat vlak anders wel een zetje gebruiken, al was het maar omdat er op het schilderij geen spoor is van haar wederhelft: de bruidegom ontbreekt geheel. Dat is niet zozeer omdat de echtgenoot van dienst in allerijl de benen heeft genomen, maar wel omdat hij volgens de traditie simpelweg niet werd uitgenodigd op zijn eigen trouwfeest.

‘Geen wonder dat de bruid een gezicht trekt alsof ze zich stierlijk verveelt’, zie ik u denken, maar ook dat hoorde bij het ritueel: zij hoorde er immers onbewogen bij te zitten en er bij voorkeur zelfs lui uit te zien. Dat was dan het teken dat de bruid zich op de grote dag nergens zorgen over hoefde te maken, en dat ze naar behoren werd verwend. Het is maar hoe u het bekijkt.

Het schilderij mag dan al tot op zekere hoogte blijk geven van de zestiende-eeuwse gebruiken, maar vergist u zich niet: het was alles behalve Bruegels bedoeling vom een zo realistisch mogelijk beeld op te hangen van het boerenleven. Naar alle waarschijnlijkheid keken de kunstenaar en – vooral – zijn rijke opdrachtgevers danig neer op de ruwe en ongemanierd geachte boerenbevolking.  Tenslotte worden de boeren op dit soort werken voorgesteld als schransend en zuipend, als mateloos ongemanierd, en bijgevolg als compleet zedeloos. Zelfs de kinderen op de Boerenbruiloft vreten al mee met de volwassenen en het jongetje op de voorgrond likt zonder enige schaamte zijn bord af. De bierpullen naast hem kunnen bovendien gelden als verwijzingen naar de vrouwelijke geslachtsorganen, want hm, waar er boeren zijn, is er vast wel ergens een hooimijt.

Nee, ‘romantiek’ stond niet meteen in Bruegels woordenboek.

Bruegel had dan ook nog geen tv-series om te zien hoe het anders kon. En ook geen lief zoals het mijne, dat mij helemaal doet smelten wanneer hij zijn hoofd in mijn schoot nestelt terwijl we in de zetel liggen. Of, beter nog: als hij me aankijkt alsof ik de verbeterde versie ben van Nigella Lawson wanneer ik trots een heuse zelfgemaakte lasagna uit de oven tover.

Ja, mijn lief is er ééntje om te houden.

En die chocoladetaart, die eten we sowieso, of De Vraag nu ooit gesteld wordt of niet.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/09/07/luie-bruiden-en-schransende-boeren/feed/ 0
Kneuzingen en blutsen http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/24/kneuzingen-en-blutsen/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/24/kneuzingen-en-blutsen/#comments Tue, 24 Aug 2010 09:35:42 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=822

Uw dienares is ziek geworden deze week. Volgens mijn dokter nog een restje van mijn exotische omzwervingen eerder deze zomer. ‘Ergens een beestje opgegeten,’ zei ze laconiek.

Nu kan ik u verzekeren dat ik het als welopgevoed veggiemeisje tracht te vermijden om beestjes te eten, tenzij ze microscopisch klein zijn en ze zich verbergen in iets wat er voor de rest heel plantaardig uitziet. En dat terwijl ik net nog zo’n vurig pleidooi had gehouden voor de groenten en het fruit van de oosterse markten, waar geblutste appels en zielig bruin gevlekte bananen zij aan zij liggen met aubergines die halverwege de groei zijn blijven steken. Véél lekkerder dan het opgeblazen en zogenaamd volmaakte fruit zoals dat hier in de supermarkt te vinden is. Ja, Koen Wauters wist het al: ’t zit vanbinnen. En als Koen Wauters het zegt, moet het wel waar zijn.

Maar blijkbaar bevatten mijn smakelijke, maar kromme komkommers en net-niet-zo glimmende tomaten dus af en toe ook een parasiet, en als God en Alexander Fleming de antibiotica niet hadden uitgevonden, was dat ene blaadje sla mij misschien wel fataal geweest. En op slag had ik begrip voor de zeventiende-eeuwse stillevenschilders, die weliswaar net als ondergetekende een zekere sympathie bleken te koesteren voor gekneusd en wormstekig fruit, maar die ook wisten waar dat kon toe leiden. Kijkt u maar naar het tafereel van Balthasar Van der Ast, waarop appels, peren, pruimen en druiven zijn opgestapeld, terwijl een legertje insecten, versterkt door een hagedis rechts vooraan, afkomt op de weeë geur van de overrijpe vruchten.

Van der Asts schilderij is een typische vanitas-schildering, een weergave waarop het fruit er op het eerste gezicht misschien wel smakelijk uitziet, maar waar de kneuzingen, wormen en insecten de toeschouwer er eigenlijk aan dienen te herinneren dat de aardse schoonheid vergankelijk is, dat alles tijdelijk is, en dat iedereen tenslotte doodgaat. Vrolijke klazen waren het niet meteen, die zeventiende-eeuwers.

Het doel van dergelijke stillevens was nochtans niet het veroorzaken van een collectieve depressie bij al wie aan een dergelijk tafereel voorbij liep. Veeleer bevatten deze werken een miniversie van de bijbelse heilsgeschiedenis. Zo verwijzen de appels er naar Eva’s beruchte appel uit het Aards Paradijs, waarvan slechts één onschuldig hapje de Zondeval teweeg bracht – maar gelukkig zijn er ook de druiven, als het symbool bij uitstek voor Christus, die bij het Einde der Tijden het verloren paradijs zal herstellen. De insecten verbeelden het Kwaad, maar de vlinder staat voor de zuivere ziel, die na de dood rechtstreeks naar de hemel fladdert.

Daarmee toonde een werk als dat van Van der Ast de beschouwer de twee mogelijke levenswegen: u kunt in de voetsporen treden van Eva en kiezen voor een leven vol zoete zonde en nog zoetere lusten – maar weet dat uw lijk vervolgens stinkend zal wegrotten en dat wat van u rest zal worden opgevreten door de wormen. Maar u kunt ook kiezen voor optie B, en gaan voor de gematigde route van de kuise, onthechte en beheerste deugd, die u een enkeltje naar de hemel zal opleveren.

Zelf geef ik echter de voorkeur aan het in de zeventiende eeuw nog onbekende Sneeuwwitjesalternatief, waarbij een hap van een vergiftigde vrucht weliswaar tot vervelende nevenwerkingen leidt, maar waar gulzige meisjes alsnog worden gered door prinsen die strategische kussen uitdelen. En zo was het, dat ook mijn lief mij met zijn vakkundige verwennerijen van de ondergang redde: in de plaats daarvan gaf hij mij twee vlindervleugeltjes, om rechtstreeks mee naar het paradijs te fladderen.

Nee, mijn motivatie om te genezen is opeens niet erg groot meer. Auw, auw, het doet pijn… Hatsjoem en uche uch…

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/24/kneuzingen-en-blutsen/feed/ 0
Herdertjes en herderinnetjes http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/10/herdertjes-en-herderinnetjes/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/10/herdertjes-en-herderinnetjes/#comments Tue, 10 Aug 2010 14:52:20 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=801

Ik ben sinds zaterdagavond terug in het land na tweeëntwintig lange, lange dagen zonder mijn lief, maar sinds hij mij op Zaventem oppikte, halen we die achterstand ruimschoots in. En onder ons gezegd en gezwegen: sinds het moment waarop hij mij weer in zijn armen sloot, lijken we er zo ongeveer alles aan te doen om de schilderijen van de achttiende-eeuwse François Boucher zo dicht mogelijk te benaderen. Toegegeven, we huppelen nog nét niet als herdertje en herderinnetje door de wei, en ik kijk ook verwachtingsvol uit naar het moment waarop hij mij liefdevol druiven voedert, maar voor het overige is de idylle compleet.

Tevreden zucht.

Indien u nu stiekem hoopte dat ik hier een boompje zou opzetten over de betekenis van de druiven op Bouchers schilderij, dan moet ik u teleurstellen. Hooguit staan ze hier symbool voor de aardse pleziertjes waar de romantische picknickactie van het koppeltje ongetwijfeld toe zal gaan leiden: Boucher doopte zijn schilderij met veel gevoel voor ironie ‘Denken ze aan druiven?’, maar het antwoord op die vraag lijkt een nogal duidelijk en luidkeels ‘NEE!!’

Boucher had dan ook lak aan moraliserende bijbetekenissen of aan bijbelse interpretaties. Vergeet u dus maar de hier in het verleden steeds terugkerende Levensles dat de zinnelijke liefde zondig en slecht was: de schalkse Parijse elite voor wie Boucher zijn schilderijen vervaardigde deed niets liever dan zich wentelen in een atmosfeer van plagerige erotiek. Hun plaatsje in de hemel zou hen worst wezen. En geef toe: wie droomt er nu van rijstpap met gouden lepeltjes indien er net zo goed sappige druiven (of ontbijtjes op bed, of stukjes meegebrachte baklava) kunnen worden gesmikkeld in het hier en nu?!

Boucher en de zijnen maakten fortuin met hun zoetsappige herdertjes en herderinnetjes in pasteltinten, voorgesteld terwijl ze schalkse spelletjes speelden en rollebolden in elegant verwilderde tuinen. Nog ondeugender is overigens het koppeltje zoals dat werd geschilderd door André Fragonard: zij zit elegant op de schommel, terwijl hij vanuit het struikgewas geniet van wat we maar zullen omschrijven als ‘het uitzicht’… Voor diegenen onder u van wie het huwelijk stilaan lijdt onder het feit dat u al uw vrije tijd doorbrengt in de moestuin: hangt u maar eens een schommel aan een tak van de appelboom!

De hele luchthartige atmosfeer werd bij het einde van de achttiende eeuw hartgrondig verpest door ene Antoine-Chrysostome Quatremère de Quincy – alleen al de naam van de man klinkt onheilspellend. Hij begon een hoogstpersoonlijke campagne tegen de kleffe pastorale idylles zoals ze werden geschilderd door Boucher en Fragonard, en pleitte voor een terugkeer naar de Grootse Idealen uit het verleden. De Grieken en de Romeinen met hun strenge zeden (uche uche uch!!) en hun hoogstaande kunst behoorden opnieuw het ijkpunt te worden, niet langer die vermaledijde weke pastelletjes! Het resultaat was een terugkeer naar de grote verhalen uit de klassieke mythologie, en er was plots geen plaats meer voor dollende herdertjes of voor stoute spelletjes in de tuin.

Van een einde in mineur gesproken. En ik wou dat ik u kon opbeuren, maar ik vind dat ik voor vandaag wel genoeg heb geschreven: mijn geliefde wacht op mij, en bij gebrek aan Franse droogstoppels kunnen we ons zonder schuldgevoel te buiten gaan aan… Oh, wel, laten we het erop houden dat we goede Parijzenaars zouden zijn geweest.

Wat is het fijn om terug thuis te zijn.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/08/10/herdertjes-en-herderinnetjes/feed/ 0
Omwegen door ‘Turckenland’ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/27/omwegen-door-turckenland/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/27/omwegen-door-turckenland/#comments Tue, 27 Jul 2010 06:13:34 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=756

Ik wil u niet jaloers maken, maar tegen de tijd dat u dit leest, bevind ik mij ergens halverwege tussen Egypte en Jordanië. Van daaruit gaat mijn reistraject naar Aleppo, om zo tenslotte richting Istanbul te trekken, en daarmee terug naar Europa. Al die tijd zal mijn geliefde thuis zijn en nagelbijten of ik niet ben geschaakt door één of andere woestijnprins met ogen als zoetwaterpoeltjes. Of misschien ontmoet ik Indiana Jones in Petra. Misschien crasht mijn kameel, of vind ik in pakweg Wadi Rum de job van mijn leven (en dan ben je weg, natuurlijk). Maar omdat zelfs couscous na drie weken gaat vervelen, gok ik erop dat ik mijn lief binnenkort gewoon weer verpletterend in mijn armen sluit, en ik hem in zijn oor fluister dat ik hem heb gemist, gemist, gemist.

Voor u zich collectief zorgen maakt om mijn welbevinden: het valt allemaal nogal mee, hoor. Ik kan daar dan wel tamelijk tot zeer gerust in zijn, maar pakweg vijfhonderd jaar geleden lag dat wel even anders. ‘Den Turck’ gold als de aartsvijand aller aartsvijanden, als de ultieme belichaming van de Heiden en het Kwaad, en de wereldzeeën waren gevuld met monsters en kannibalen, en ook gewoon met zeestormen en ziektes. Een mens moest er wat voor over hebben om de wereldheerschappij te veroveren – maar laat dat nu net de ultieme droom zijn geweest van iedere zichzelf respecterende vorst.

Daarom was het, dat de Portugese koning Johan III omstreeks 1530 een tapijtencyclus liet vervaardigen in Brussel, als lofzang op de heldhaftige ontdekkingsreizen van de Portugezen, en meerbepaald op zijn eigen aandeel daarin. Het centrale tapijt toont dan ook niemand minder dan de koning zelf, samen met zijn echtgenote. Tussen hen prijkt de aardbol – kwestie van meteen te tonen waar het de Portugezen om ging.

Boven het koningspaar zweven, aan de rechterzijde de Roem en de Overwinning, links aangevuld met de Minerva, de godin van de wijsheid, en Ceres, met de hoorn des overvloeds. Het geheel is omkaderd met een boord waarin vruchten, bloemen en gewassen zijn weergegeven, om zo de idee van de overvloed nog te benadrukken. Samen zouden koning Johan en zijn wederhelft immers wijs besturen, en zo niets dan welvaart brengen over de door hen geregeerde gebieden. Vraagt u dat maar eens na bij de indianen.

De idee van de wereldheerschappij was van cruciaal belang in het vroegmoderne christelijke denken. De bijbel voorspelt immers de komst van een laatste wereldmonarch, die de beruchte ‘Turcken’ – en in één adem ook de Antichrist – zal overwinnen en die daarna de gehele wereldbevolking zal verenigen in het christendom. Daarna zal een duizendjarige periode van vrede en welvaart aanbreken. Die periode wordt eigenlijk niets anders dan een terugkeer naar het begin van de bijbel, waarin Adam en Eva lagen te rollebollen in het Aards Paradijs. Ook zij moesten niet werken voor hun eten: druiven, peren en (helaas ook) appels, groeiden spontaan aan de bomen en het koren stond altijd en eeuwig rijp op de velden. Bij het einde van de geschiedenis wordt de wereld wederom niets anders dan een reusachtige moestuin: er is genoeg van alles voor iedereen, en niemand moet zich moe maken.

Geen wonder dat Johan III hoopte dat deze periode snel zou aanbreken: eigenlijk profileert hij zich met dit tapijt als niemand minder dan de laatste wereldmonarch, die de gevreesde Turken zal overwinnen, en die vervolgens de overvloed van het Paradijs zal terugbrengen naar de aarde. Helaas voor hem stierf Jan III nogal roemloos op zijn vijfenvijftigste, zonder ooit een Antichrist van dichtbij te hebben gezien.

Als ik een willekeurige zestiende-eeuwer zou hebben verteld dat ik olijk op reis ben door ‘Turckenland’, zou die prompt een beetje wit rond de neus zijn geworden. Wisten zij veel, dat de sinaasappelbomen hier doorbuigen van de vele vruchten, dat de vijgen rijp van de bomen vallen, en dat op iedere hoek van de straat wel een kraampje staat met donzige perziken. Blijkt dat het land van die vervaarlijke ‘Turck’ eigenlijk niets anders is dan het paradijs.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/27/omwegen-door-turckenland/feed/ 0
De kleumende liefde http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/13/de-kleumende-liefde/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/13/de-kleumende-liefde/#comments Tue, 13 Jul 2010 06:16:40 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=731

De liefde gaat me tonrond maken. Benieuwd of mijn uitverkorene me dan nog zo knap zal vinden, maar het is zijn eigen schuld. Dit weekend bracht ik welgeteld drieëndertig uren met hem door, waarop werden verorberd: minipizza’s, koffiekoeken, hartige hapjes, een barbecuemenu, aardbeienijsjes, appeltaart, en havermoutpap met frambozen en honing. Werden gedronken: niet nader te bepalen hoeveelheden rode wijn, witte wijn, cava en een glaasje jenever. En, voor u me een alcoholprobleem toedicht: ook hele liters water en ice tea.

Het slechte nieuws is dat mijn lief en ik binnenkort samen op zoek zullen moeten naar een grotere kledingmaat, of dat mij onder de kerstboom een fitnessabonnement wacht. Het goede nieuws echter is dat de liefde wel vaart bij een extra vetlaagje. Dat was tenminste het wishful thinking van de Romeinse dichter Terentius. Sine Cerere et Baccho friget Venus, zo noteerde hij: zonder Ceres en Bacchus bevriest Venus. Met de oogstgodin Ceres als belichaming van al wat lekker is, en met Bacchus als lichtjes bedwelmde wijngod, begrijpt u dat Terentius allicht ook vooral zelf op zoek was naar een goed excuus om thuis zijn bord nog een keer vol te scheppen. Zonder goed eten en een flinke dosis wijn, zou de liefde immers een treurige dood sterven.

Terentius’ gevleugelde woorden spraken tot de verbeelding, want in de zestiende eeuw werd het thema ongemeen populair in de schilderkunst. Eén van de beroemdste versies werd vervaardigd door de in Antwerpen geboren Bartholomeus Spranger, die vooral furore maakte aan het Praagse hof van keizer Rudolf II. Het was dan ook voor de keizer dat Spranger in 1590 zijn Sine Cerere et Baccho schilderde. Het schilderij toont het spreekwoord wel erg letterlijk: op de voorgrond zijn Bacchus en Ceres getoond, terwijl ze weglopen van een kleumende Venus, die zich warmt bij een vuurtje.

Vergist u zich echter niet: het was hoegenaamd niet de bedoeling dat het thema van Sine Cerere et Baccho de toeschouwer zou aanzetten tot schransen, drinken of vrolijk in het rond flikflooien: naar goede zestiende-eeuwse gewoonte hield het schilderij een waarschuwing in om dat net níét te doen. Niet dat men iets had tegen de liefde, maar de snode Venus stond vooral symbool voor die verfoeide vleselijke driften en voor de ongecontroleerde lichamelijke liefde. En daarvoor moest een mens nu eenmaal op zijn hoede zijn, al was het maar om eerder prozaïsche redenen: seksueel overdraagbare ziekten vormden ook in die dagen al een reëel gevaar. De waarschuwingscampagne avant la lettre was overigens bepaald multimediaal: zo schreef jonker Jan Van der Noot een ode op de kus, die, aldus de dichter, minstens zo erotisch was als de rest van het minnespel. Kwestie van de focus een beetje te verschuiven.

In de keizerlijke collectie zal de boodschap van Sprangers schilderij wellicht echter eerder hebben gefunctioneerd als een lofzang op Rudolf II, die natúúrlijk de rede verkoos boven die laakbare lichamelijke liefde, en die zich toch nóóit te buiten zou zijn gegaan aan schransbuien en dronkenschap. Ahum en uche uch: de nooit gehuwde Rudolf zag zich niet enkel graag omgeven door erotiserende schilderijen, maar liet ook een trits onwettige kinderen achter. Rudolf was overigens nog goed af, want menige edelman liet het leven door syfilis of een gelijkaardig cadeautje van een minnares. Over beschadigde levers als gevolg van alcoholgebruik zijn niet meteen gegevens bekend, maar verkeerde eetpatronen kostten eerder op de eeuw keizer Karel V het leven: behalve jicht, had de man allicht ook suikerziekte, maar omdat suikerziekte officieel nog niet echt was uitgevonden – laat staan de behandeling – vrat de keizer zich letterlijk dood. Of zijn liefdesleven daar beter van werd, is twijfelachtig.

Slik.

Misschien moeten we toch wat gezonder gaan wezen, mijn lief en ik. En omdat een mens van de liefde alleen niet echt kan leven, stel ik een dieet voor van komkommer en olijven met tomaten op een bedje van sla. Of van geroosterde ajuinen, aubergines, rode pepertjes en courgette, samen met wat look even in de oven. Of van wilde rijst met komkommer en tomaat en stukjes sinaasappel. Of… Hm. Ik weet niet of het de redding wordt van onze lijn. Maar lekker zal het zijn. En de liefde, die zal bloeien.

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/07/13/de-kleumende-liefde/feed/ 1
Zondige kookkunsten http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/29/zondige-kookkunsten/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/29/zondige-kookkunsten/#comments Tue, 29 Jun 2010 06:00:56 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=682

Vorig weekend was ik met mijn lief en enkele vrienden in Westvleteren. De missie was duidelijk: lekker eten, lekker drinken, gezelschapsspelletjes spelen, opnieuw lekker eten, nog meer lekker drinken, en gewoon een geweldig fijne tijd beleven. En misschien nog wat eten. En nog iets drinken. Wat knuffelen met mijn lief. En, goh, voelen we daar niet nog een beetje honger?

Zo was het, dat ik samen met mijn maatje Maarten in de keuken belandde terwijl onze maag nog niet eens aan de vertering van het ontbijt was begonnen, om daar – kwestie van er op tijd aan te beginnen – de lunch klaar te stomen. Intussen zaten mijn geliefde en de anderen in de woonkamer van ons vakantiehuisje, speelden ze Scrabble, dronken ze porto en droomden ze al hardop van het legendarische bier dat die namiddag rijkelijk zou vloeien.

En spontaan moest ik die zaterdagochtend denken aan een schilderij dat Pieter Aertsen in 1553 had geschilderd – noemt u het beroepsmisvorming, of misschien gewoon een afwijking. Hoe dan ook: op de voorgrond is daar allerlei lekkers uitgestald, klaar om te worden bereid door de kok en de kokkin aan de linkerzijde, terwijl het gezelschap rechts duidelijk al een glaasje teveel op heeft: er wordt gegeten, gelachen en geflirt. De oude man met de bierpul wordt overmoedig, en maakt avances bij een vrouw met een gevaarlijk diep uitgesneden jurk. Zij wijst bovendien naar de gloeiende kolen in het haardvuur, symbool voor de (door de drank) opflakkerende passie.

Nochtans is de boodschap van het schilderij er één die gepaard gaat met een vermanend geheven vingertje, want op de achtergrond van het tafereel is Christus voorgesteld terwijl hij op bezoek is in het huis van Martha en Maria van Bethanië. Daar was het, dat Martha zich uitsloofde in de keuken om het de Heer naar Zijn zin te maken, terwijl Maria zich neervlijde aan Christus’ goddelijke voeten en ze luisterde naar Zijn boodschap. Toen Martha zich daarover kwam beklagen, wees Christus haar terecht, zei haar haar kookpot te laten voor wat ie was en te doen zoals haar zus, die had begrepen wat het belangrijkste was.

Martha kon overigens niet echt iets verweten worden. Ze was gewoon een stevig potje aan het koken – er zijn er wellicht al voor minder heilig verklaard. Sympathisanten riepen Martha daarom later uit tot de patroonheilige van de huisvrouwen en de echtgenotes, die het uiteraard als hun opdracht horen te zien manlief rond en gezond te houden. Nochtans verliest Martha het hier van haar devote zuster, en wordt haar kookkunst op Aertsens schilderij duidelijk geassocieerd met zondige begrippen als gulzigheid en dronkenschap, en met de daaruit voortvloeiende vleselijke liefde. Benieuwd of de paters van Westvleteren zich wel eens hebben gerealiseerd wat ook hun bier zoal kan teweeg brengen.

Dat Christus zich bij dat alles op de achtergrond bevindt, verborgen achter de lustige grijsaard en het uitgestalde lekkers, is geen toeval. Het hoorde de toeschouwer eraan te herinneren dat het niet de verleidelijke realiteit is die ertoe doet: de gelovige moet daar doorhéén kijken, en zoeken naar de hogere, goddelijke werkelijkheid. Bovendien wordt op de achtergrond een lesje in de liefde gegeven, want de broederlijke liefde die Maria van Bethanië koesterde voor Christus wordt hier als voorbeeld gesteld voor echtgenoten: die moeten zich niet, zoals de figuren op de voorgrond, overgeven aan de vleselijke liefde, maar wel kuis en beheerst samen leven.

Oei.

Het is maar goed dat Christus tijdens ons weekendje Westvleteren thuis is gebleven, want ik vrees dat we anders een fikse uitbrander zouden gekregen hebben. En wat die liefdeslessen betreft: ik geloof dat ik me liever aan de voeten nestel van mijn geliefde, die best wel te paaien is met verfijnde kost en drank – en ook: met al wat die volgens Aertsens schilderij zoal teweeg brengt…

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/29/zondige-kookkunsten/feed/ 2
Romance in de tuin http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/15/romance-in-de-tuin/ http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/15/romance-in-de-tuin/#comments Tue, 15 Jun 2010 07:04:12 +0000 Katharina Van Cauteren http://moestuinblog.be/specialisten/?p=625

Soms lijkt het alsof ik vele lieven heb voor de prijs van één. Er is mijn grappige lief, dat me regelmatig de slappe lach bezorgt, er is mijn picknicklief, mijn macholief, en er is mijn knuffellief dat ’s avonds mijn haren kamt. Er is mijn zingende lief dat me doet omvallen van bewondering, er zijn mijn slimme lief en mijn vertederende lief. Er is mijn drukke ik-heb-al-te-lang-moeten-stilzitten-lief zoals hij ’s avonds thuis komt van zijn werk, en er is mijn lieve ik-vind-het-zo-fijn-om-naast-jou-wakker-te-worden-lief dat mij ’s ochtends loom in zijn armen neemt en dan weer veel te laat de deur uitgaat.

Ja, ik kreeg veel lieven voor mijn geld, en het fijne is dat hij er altijd even knap blijft uitzien, welk lief hij vandaag ook is.

Dat laatste kon Pomona niet zeggen van haar Vertumnus. Nochtans had ook Pomona, de Romeinse godin van de tuinen, niet te klagen wanneer het ging over de veelzijdigheid van haar aanbidder. Aanvankelijk had de kuise Pomona helemaal niet omgekeken naar Vertumnus. Als god van de herfst en beschermer van de boomgaarden was Vertumnus nochtans niet de minste, maar het mocht niet baten: Pomona had het veel te druk met het verzorgen van haar tuinen, en de liefde, die interesseerde haar niet. Maar Vertumnus liet zich niet zomaar afschepen. Omdat hij nu eenmaal een god was, kon hij van gedaante veranderen, en dus transformeerde hij zichzelf in een wijnboer, in een visser en in een soldaat, steeds in een poging Pomona’s hart te winnen – maar zonder resultaat. Wanhopig veranderde Vertumnus zich tenslotte in een kreupel oud vrouwtje met een mand vol appels. Zo ging hij – of beter: zij – naar Pomona toe, die belangstellend de vruchten keurde. ‘Wat zijn uw appels mooi!’ prees ze, en Vertumnus rook zijn kans. Hij antwoordde: ‘Maar jij bent nog veel mooier,’ en kuste haar. Pomona schrok zich een hoedje, waarop het oude vrouwtje snel een pleidooi hield voor de liefde en ze tussendoor ook alle kwaliteiten van Vertumnus in de verf zette. Blijkbaar had de preek effect, want toen Vertumnus vervolgens zijn ware gedaante aannam, viel Pomona hem in de armen en ze leefden nog lang en gelukkig.

Het verhaal werd in het Brussel van de jaren 1560 omgezet in een tapijtencyclus voor de leden van het Spaanse hof. Hier zijn het nochtans niet de twee geliefden, maar is het de prachtige tuin die de eigenlijke hoofdrol lijkt te spelen. Dat was niet zonder reden, want als de tapijten tijdens lange en koude winters werden opgehangen in een zaal van het paleis, werd zo een ingebeelde wintertuin gecreëerd. Van onderhoudsvriendelijk gesproken! Overigens isoleerden de dikke tapisserieën de wanden van de slecht verwarmde kamers, en was het dus niet enkel de in beeld gebrachte love story die de harten en ledematen van de aanwezigen enigszins wist op te warmen.

Toch was de voorstelling ook niet vrij van betekenis: de afgesloten tuin – de ‘besloten hof’ – was een traditioneel symbool van de kuisheid, in dit geval van de mooie Pomona, die geen oog had voor de mannen om haar heen. Het rijpe fruit op de voorgrond benadrukt nochtans tegelijk haar vruchtbaarheid: de vrouw heette tenslotte een vrucht te zijn, die op tijd ‘aan de man’ moest worden gebracht opdat ze niet zou rotten. Nodeloos te zeggen dat het mannen waren die deze theorie hadden uitgedacht… Maar laat ons ditmaal eindigen op een romantische noot, want de klimplanten op het raamwerk symboliseren tenslotte het feit dat de liefde slechts bloeit indien ze stevig wordt ondersteund en goed kan wortelen… Zucht.

Mijn lief moet zich niet veranderen in een kreupel oud vrouwtje om mij te overtuigen van zijn kwaliteiten, en al evenmin in een visser of in een soldaat. Al mag hij het, nu ik erover nadenk, altijd proberen als wijnboer. Als hij dan komt aanzetten met een echte Château Van Cauteren zal ik me gewillig een paar kussen laten ontfutselen, en als de wijn echt van een heel goed jaar is, misschien wel een optie op ‘lang en gelukkig’…

]]>
http://moestuinblog.be/specialisten/blog/2010/06/15/romance-in-de-tuin/feed/ 1