23
jun

Elegantie

Gepost door Giedo De Snijder

De raap en de kool
roddelend over de koolraap:
Wat heeft zij nu meer?

04
jun

Waarom zie je nooit konijnen met een bril?

Gepost door Giedo De Snijder

Ik heb goede wortelherinneringen. Dat lijkt weird, maar geloof me, er is niets mis mee. Als jonge knaap sleurde mijn vader me mee naar ‘t veld, een immens grote vlakte, althans vanuit mijn kinderogen bekeken. Ik kreeg dan gewoonlijk de eervolle opdracht onkruid te wieden. ‘Trek maar wat vuil uit’ zei hij dan. Zo van ‘hou je nuttig bezig’. Toen het vuil allang mijn oren uitkwam en de zon het ook stilaan voor bekeken hield, trok hij een paar jonge wortelen uit, wreef ze een paar keer over zijn broek, stak er ééntje voor mijn kinderneus en zei dan laconiek: ‘Voilà!’  Dat was zijn manier om te zeggen ‘dat hebben wij vandaag weer goed gedaan’. Zij aan zij, knabbelend op die sappige wortels, zoog je onvergetelijke momenten van voldaanheid naar binnen. Wortelen liggen dan ook dicht bij mijn roots ;-) Zij krijgen ieder jaar hun plekje in de tuin, waar ik zeer zorgvuldig met hen omga. En dat begint bij het zaaien: zo dun mogelijk en zeker niet te diep.
Na ruim drie weken steken ze dan eindelijk schuchter hun kopje boven de grond uit. Rode wortelen zijn als diesels, ze komen traag op gang. Altijd plezant als je uiteindelijk de zaairijen mooi gevuld ziet groen kleuren. Goed zaad!  … en goed gezaaid, zeg ik dan ongegeneerd tegen mezelf. De eerste rit van de jaarlijkse Rode Wortel Ronde is weer zonder kleerscheuren volbracht. De tweede rit is ook een vlakke rit, zonder noemenswaardige hindernisen: onkruidvrij houden, zorgen dat hun pootjes niet droog komen te staan en … wachten. Geduldig wachten, niet voor niets de beste eigenschap van een (schuchtere) tuinman. Twee, drie weken later kondigt zich de koninginnerit aan, als de zaairijen ogen als een langgerekt, wat uit de hand gelopen, floere broske. Tijd om de wortelen te zetten (uitdunnen voor de niet-Brabanders). Het is voor wortelen niet anders als voor ons, tweevoeters: om goed te kunnen groeien is er tijd, maar ook voldoende ruimte nodig. Twintig jaar terug was het wortelen zetten een ordinaire karwij, een rit zoals een andere, maar de laatste jaren laten mijn ogen me in de steek om dit zorgvuldig uit te voeren werkje makkelijk te klaren. Ik moet met mijn neus vlak boven die wortelen liggen, voorover gebogen, op mijn knieën, zoals een moslim zich naar Mekka richt. Zwaar gefocust trek ik het te veel aan plantjes uit, laat ze ze zeker niet op de grond liggen, duw de ontstane gaatjes in de grond weer mooi dicht, want ik wil niet dat de wortelvlieg me een loer kan draaien. Wie me zo, niets vermoedend bezig zou zien, zou zich waarschijnlijk allerlei vragen stellen. Eén van die vragen zou wel eens kunnen zijn: ‘ Waarom draag je verdorie geen bril?’.
Wel, ik hou het graag puur … zoals de konijnen bijvoorbeeld.

Lees meer »

23
mei

Een ongelijke strijd …

Gepost door Giedo De Snijder

Mijn werktafel staat voor het venster met zicht op de groentetuin. Ik zie, bij wijze van spreken, mijn kolen in real time groeien. Dat is een ongelovelijke luxe die me dagelijks een portie rust en bevrediging schenkt. Maar zoals het met luxe gaat, heeft dat ook een keerzijde. Als mijn kolen niet willen groeien, dan voel ik mij niet zo gelukkig, en moet ik er toch een hele dag op zitten kijken. Kortom, als de kolen slap hangen, dan zit het bij mij ook niet lekker.
Wie durft te ontkennen dat we dit jaar met een kl…lente opgezadeld zitten? Effe prachtig weer in april, dan ruim drie weken apeweer zonder regen, gevolgd door veel te koude dag- en nachttemperaturen. Het zij zo, ik kan daar mee leven. Trouwens wat kun je tegen Moeder Natuur beginnen als miezerig schepsel? Een vulkaanuitbarsting in IJsland en heel ons tuinseizoen ligt in de knoop. Dat is gewoon overmacht, niks aan te doen. Een mens moet zich vandaag flexibel kunnen instellen. Geen probleem.
MAAR waar ik wel een probleem mee heb, en die ‘maar’ zal wellicht niemand verbazen die me enigszins kent, zijn andere miezerige schepsels die een impact hebben op de goede gang van zaken in mijn tuin. Duiven en katers bijvoorbeeld. Vette duiven die uit vettigheid nog met moeite kunnen vliegen en vette katers die zich uit vettigheid over de grond moeten slepen. Daar heb ik wel een probleem mee, en nog geen klein probleem.
Waarom moeten die duiven persé aan mijn jonge kolen zitten peuzelen? Is er geen groen genoeg misschien? Waarom moeten die vieze katers persé kraters graven tussen mijn zaaisels om hun ding kwijt te raken? Zijn er geen andere plekken? Hebben wij katten en duiven niet gedomesticeerd, er al eeuwen gratuit ons latijn ingestoken? Waarom integreren die beesten zich dan niet beter? Bijvoorbeeld door hun bioritme wat aan te passen aan het onze. Katers komen alleen ‘s nachts buiten en duiven lunchen op een onwezenlijk vroeg ochtenduur. Probeer met die arrogante, niet aflatende wezens maar een inhoudelijk gesprek te voeren of te onderhandelen. Mijn buurman, die met dezelfde problemen wordt geconfronteerd, zet geregeld de zware middelen in. Ruim 75 jaar oud richt hij om de zoveel dagen, zonder bril, het jachtgeweer in de lucht en knalt er op los.  ‘s Nachts laat hij zijn Mechelse herdershond vrij spel, zodat geen kat het waagt zijn tuin over te steken. Ik hoef waarschijnlijk geen tekening te maken wat het gevolg is van de kordate aanpak van mijn buurman. De gevleugelde en sluipende beesten komen liever bij mij: de gewetensbezwaarde, een man zonder hond.
Mijn actiemiddelen zijn dus vrij beperkt en niet opgewassen tegen de sluwheid en onverzettelijkheid van het hedendaags dierenvolkje. De aan stokjes gebonden bandjes van onnuttig geworden cassette tapes boven mijn kolen ogen op z’n minst belachelijk voor het duivenvolk in de bomen. Zwak, zwak, hoor ik ze meters hoog grinniken. En elke morgen op de tuinhoeken mijn ochtendurine lozen lijkt mij ook geen adequaat bestrijdingsmiddel tegen stinkende katers, al heb ik het eerlijk gezgd wel enkele keren overwogen. Hoe goed ik ook mijn best zou doen, ik zou het toch niet halen.
Neen, enkel deemoed en berusting rest de schuchtere tuinman.