staan inderdaad wetten in de weg en praktische bezwaren.
Bij het aanbreken van het nieuwe tuinseizoen, na wintermaanden van zoeken, onderhandelen, lobbyen, bedelen, voor een eetbare tuin in AntwerpenStad staak ik mijn vergeefse pogingen. Mijn energie is op. Wellicht werk ik met de verkeerde doelgroep zoals iemand hier op de blog suggereerde, wellicht sprak ik de verkeerde beleidsmensen aan. Duidelijk zijn we niet de enigen in de stad met honger naar een moestuin. Duidelijk zijn vrouwen – laat staan vrouwen van andere origine – niet de prioriteit van deze Stad. Ouderen, met wie we wilden samenwerken, al evenmin. Wie dan wel? Jeugd. Want “dat zijn de burgers van morgen”. En wat met de burgers van vandaag en gisteren die deze jeugd baarden?
Dus blijf ik een Stadspotter met een terrastuin 2 hoog, had ik intussen een ecologisch gesprek voor de jongste Nest van februari 2011 (zie p 109 tem. 113) en geef ik binnenkort een workshop ‘moestuinieren op balkon’ in een stadswinkel. En wat met de Prijs van Velt voor de Week van de Smaak? Daar begon de zoektocht toch mee (zie mijn blog van 22 november 2010)? Die blijft geldig tot volgend tuinjaar. Misschien komen we dan als bij wonder vooraan op de ellenlange wachtlijst voor een volkstuintje. Of hebben pientere stadsambtenaren een lapje grond voor ons onderhandeld. Misschien. Misschien ook niet. Dan wordt de prijs doorgegeven. Aan een doelgroep mét tuin. Tuinieren in de stad, niet zo evident want geen grond in de stad? Toch wel. Heel wat. Maar duidelijk in handen van projectontwikkelaar(s). En vooral: een Stad die niet rijp is voor dergelijke ecologisch projecten die groeien en bloeien in Brussel, Leuven, Gent, Kortrijk,… en in grote wereldsteden als Sydney en Washington.
Heel deze zoektocht, deze queeste, leverde wel boeiende ontmoetingen en nieuwe aanknopingspunten op en veel gelijkgestemde zielen. Daar hou ik me aan vast. Voor de rest heb ik een overgrote kater.
“Loslaten Liesje” dacht ik vanochtend bij het ontwaken en trok de gordijnen open. Op mijn terras komt de lavas en ander klein grut al piepen. De vorig seizoen gevallen zaden van rode melde vechten voor een plaatsje. De rozemarijn barst van de knoppen en zal weldra bloeien. Met mijn kleindochter van zes heb ik al voorgezaaid, Zij is helemaal in de ban van het moestuinieren. Dat geeft me hoop. Hoop voor de wereld van morgen, de ‘burgers van morgen’ in deze soms teleurstellende amalgame boeiende Stad Antwerpen.
Inderdaad teleurstellend, Elisabeth. Blijf echter zelf enthousiast tuinieren. Goede voorbeelden worden op de duur nagevolgd. En wie weet vind je toch nog een stukje voor je eetbare stadstuin.
@ walati: ja, we blijven dromen als stadspotter. Eens komt de tuin, zeker weten. Sta nu al ongeveer op de 30e plaats voor een volkstuintje,
nog ongeveer 2 jaar geduld
Deze post is gesloten
Tja, Elisabeth, sommige burgers denken verder vooruit dan de ambtenaar en de politicus. Blijf boeren!